ECLI:NL:CRVB:2018:3908
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA en chronisch vermoeidheidssyndroom
In deze zaak heeft verzoeker een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 5 januari 2018, waarin de Raad de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland heeft bevestigd. Verzoeker stelt dat de diagnose chronisch vermoeidheidssyndroom ten onrechte niet is erkend in de eerdere uitspraak en dat dit van invloed is op de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. De Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld aan de hand van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat voorwaarden stelt aan de herziening van onherroepelijke uitspraken. De Raad concludeert dat er geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid is gepresenteerd die aan de voorwaarden van de Awb voldoet. Het verzoeker is niet gelukt om aan te tonen dat de eerdere uitspraak op een onjuist feitelijk uitgangspunt berustte. De Raad wijst het verzoek om herziening af en benadrukt dat de vraag of er sprake was van chronisch vermoeidheidssyndroom niet doorslaggevend was voor de beoordeling van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.