ECLI:NL:CRVB:2018:3977
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.T.H. Zimmerman
- E.C.G. Okhuizen
- Rechtspraak.nl
Hennepkwekerij en recht op bijstand: beroepsmatige teelt en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die sinds 1996 bijstand ontvangt, werd geconfronteerd met de intrekking van zijn bijstandsuitkering na de ontdekking van een hennepkwekerij op zijn uitkeringsadres. De politie vond op 15 januari 2016 een kwekerij met veertig hennepplanten en achtenveertig stekken, wat duidde op beroepsmatige teelt. De gemeente Amsterdam besloot daarop de bijstand van de appellant over een bepaalde periode te herzien en terug te vorderen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen dit besluit gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij de hennep voor medisch gebruik teelde en dat hij niet op de hoogte was van zijn inlichtingenverplichting. De Raad oordeelde dat het aan het bijstandverlenend orgaan was om de nodige kennis over de relevante feiten te vergaren en dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij de hennep uitsluitend voor eigen gebruik teelde. De Raad bevestigde dat de omvang van de kwekerij en de omstandigheden duiden op beroepsmatige teelt, wat een schending van de inlichtingenverplichting met zich meebracht. De Raad concludeerde dat de terugvordering van de bijstand gerechtvaardigd was, ondanks de gezondheidsproblemen van de appellant, en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.