ECLI:NL:CRVB:2019:1004
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.C.W. Lange
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. Appellante, die als medewerkster werkzaam was, had een WIA-uitkering aangevraagd na uitval door diverse fysieke klachten. Het Uwv had haar een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, waarbij haar mate van arbeidsongeschiktheid op 39,41% was vastgesteld. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat er geen benutbare mogelijkheden voor haar waren, wat zij echter niet met medische stukken kon onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige voldoende onderbouwd waren. Appellante voerde in hoger beroep aan dat haar beperkingen waren onderschat en dat er geen reële vacatures waren voor de functie die aan haar was toegewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de geselecteerde functies medisch geschikt waren voor appellante. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak zonder veroordeling in proceskosten.