ECLI:NL:CRVB:2019:1610
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Rectificatie van uitspraak inzake overschrijding redelijke termijn en schadevergoeding
Op 15 mei 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 15/158 WIA-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 17 oktober 2018, waarin een kennelijke fout werd vastgesteld. De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voornemen tot rectificatie. De gemachtigde van appellante, mr. I.T. Martens, heeft hierop gereageerd.
In de oorspronkelijke uitspraak was ten onrechte geen beslissing genomen over de overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. De Raad heeft vastgesteld dat de procedure meer dan vier jaar heeft geduurd, wat resulteert in een overschrijding van de redelijke termijn met meer dan zes maanden. Deze overschrijding is volledig aan de rechter toe te rekenen.
De Raad heeft besloten dat appellante recht heeft op een schadevergoeding van € 1.000,- ten laste van de Staat der Nederlanden. Het verzoek van het Uwv om veroordeling tot schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak tot rectificatie is gedaan door de voorzitter M. Greebe en de leden E.J.J.M. Weyers en D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van griffier M.D.F. de Moor. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.