Uitspraak
18.6340 AW, 18/6341 AW, 18/6342 AW
OVERWEGINGEN
1.6. Bij uitspraak van 30 juli 2015 heeft de rechtbank Gelderland de beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Centrale Raad van Beroep
Op 16 mei 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 28 juli 2016. Verzoeker had verzocht om herziening van deze uitspraak, waarin zijn beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Druten was afgewezen. Het verzoek om herziening werd niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die voldeden aan de eisen van artikel 8:119, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker had in zijn verzoek enkel argumenten aangevoerd die betrekking hadden op de onjuistheid van de eerdere uitspraak, zonder nieuwe feiten aan te dragen. Bovendien was het verzoek meer dan een jaar na de openbaarmaking van de uitspraak van 28 juli 2016 ingediend, wat als onredelijk laat werd beschouwd. Daarnaast werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat dit niet van toepassing was op het rechtsmiddel van herziening. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met E.J.M. Heijs als rechter en P.W.J. Hospel als griffier.