Uitspraak
17.6520 ZW
OVERWEGINGEN
1 april 2016 heeft plaatsgevonden, en dat die datum tamelijk dicht aanligt tegen de beoordelingsdatum, te weten 1 juni 2016. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien over te gaan tot het benoemen van een medisch deskundige. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv de functionele mogelijkheden van appellante juist heeft vastgesteld. Daarvan uitgaande kan hetgeen appellante heeft betoogd over de geschiktheid van de haar voorgehouden functies niet slagen voor zover het gebaseerd is op de stelling dat zij minder functionele mogelijkheden heeft dan door het Uwv is aangenomen. Voor het overige heeft de rechtbank geoordeeld dat door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende is toegelicht dat, ondanks signaleringen van mogelijke overschrijdingen van de belastbaarheid op enkele aspecten van de geduide functies, deze functies niettemin voor appellante geschikt moeten worden geacht.
A.M. Slockers-Beverwijk van 7 februari 2017, waarin is vermeld dat de problematiek van appellante niet kan worden behandeld in de basis GGZ, en dat zij verwezen wordt naar de specialistische GGZ. Appellante heeft, mede onder verwijzing naar het arrest Korošec van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 8 oktober 2015 (ECLI:CE:ECHR:2015: 1008JUD007721212), de Raad verzocht om een onafhankelijke deskundige te benoemen.
M. de Winter. In dit verslag is als DSM-5 classificatie genoemd: een somatische symptoomstoornis met voornamelijk pijn-matig en een aanpassingsstoornis met gemengd angstige en sombere stemming. Ook wordt overwogen dat het gezien de lopende rechtszaak tegen het Uwv geen goed moment is om een behandeling te starten, en dat appellante het meest is gebaat bij een psychologische behandeling gericht op (het omgaan met) de pijnklachten. In een rapport van 29 november 2017 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep, in reactie op het behandelverslag, gesteld dat Mentaal Beter Volwassenen met de somatische symptoomstoornis doelt op de fibromyalgie. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft verder vermeld dat een aanpassingsstoornis optreedt wanneer sprake is van aanhoudende stress als reactie op een ingrijpende verandering in iemands leven. Een aanpassingsstoornis wordt beschouwd als een psychische aandoening, maar de klachten zijn milder dan bij een depressieve stoornis of een angststoornis, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep. In het geval van appellante is de stressfactor verlies van werk, dreigend verlies van inkomen en de strijd met het Uwv, welke voortdurende strijdsituatie een succesvolle behandeling belemmert. Appellante wordt dan ook door Mentaal Beter Volwassenen verwezen naar een behandeling die is gericht op (het omgaan met) de pijnklachten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geconcludeerd dat het behandelverslag geen aanleiding geeft het eerder ingenomen standpunt te wijzigen. Dat toereikend gemotiveerde standpunt wordt onderschreven.