ECLI:NL:CRVB:2019:4046
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op ziekengeld na uitval door andere ziekteoorzaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een werkneemster die zich op 2 oktober 2013 ziek meldde en na het doorlopen van de wachttijd een WIA-uitkering ontving. Op 19 oktober 2015 meldde zij zich opnieuw ziek, ditmaal door een enkelbreuk. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde haar ziekengeld op basis van artikel 29, vijfde lid, van de Ziektewet (ZW), omdat de arbeidsongeschiktheid binnen vier weken na de eerdere periode van 104 weken zou zijn ingetreden. De rechtbank heeft het besluit van het Uwv vernietigd, oordelend dat de uitval door de enkelbreuk niet voortvloeide uit dezelfde ziekteoorzaak als de eerdere arbeidsongeschiktheid. Het Uwv ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat, omdat de werkneemster in ander werk was hervat en de nieuwe uitval door een andere ziekteoorzaak was, artikel 29, vijfde lid, van de ZW niet van toepassing was. De Raad heeft het Uwv opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen.