Uitspraak
18 4257 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
€ 133.000,- de materiële schadevergoeding geheel en van de immateriële schadevergoeding van € 44.929,18 nog eens een bedrag van € 20.000,- vrijgelaten. Hierbij heeft het college – bij gebreke van beleid hierover – aansluiting gezocht bij rechtspraak en bij eerder in andere gevallen door het college genomen besluiten. De enkele omstandigheid dat sprake is van immateriële schadevergoeding en de niet onderbouwde stelling dat uit de hoogte van het toegekende bedrag blijkt dat de aantasting van de persoon van appellante groot moet zijn, leiden er, anders dan appellante meent, niet toe dat het gehele bedrag aan immateriële schadevergoeding moet worden vrijgelaten. Dit standpunt van appellante gaat voorbij aan het aanvullende karakter van de bijstand. Gelet op het voorgaande kan niet worden gezegd dat het college de grenzen van een redelijke toepassing van de door de wetgever gegeven beoordelingsvrijheid te buiten is gegaan.
BESLISSING
P.W. van Straalen als leden, in tegenwoordigheid van I.A. Siskina als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 augustus 2020.