Uitspraak
18.2233 PW, 18/2848 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak 1 voor zover aangevochten;
- bevestigt de aangevallen uitspraak 2 voor zover aangevochten;
- wijst de verzoeken om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissingen van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die sinds 22 januari 2004 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW), had bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Het college had de bijstand herzien op basis van de kostendelersnorm, omdat er meerdere personen op het uitkeringsadres woonden, waaronder A, die als kostendelende medebewoner werd aangemerkt. De Raad heeft vastgesteld dat het college voldoende bewijs had geleverd dat A zijn hoofdverblijf op het uitkeringsadres had, onder andere door verklaringen van A en getuigen. De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet in staat was om informatie te verstrekken over het verblijf van A. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraken van de rechtbank en wees de verzoeken om schadevergoeding af, omdat er geen grond was voor een veroordeling tot schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de bewijslast die op het college rust bij herziening van bijstand en de voorwaarden waaronder de kostendelersnorm kan worden toegepast.