Uitspraak
19 1420 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om terug te komen van een eerder besluit van het Uwv, dat hem een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet WIA had toegekend. Appellant, die zich sinds 31 maart 2011 ziekmeldde, had in 2013 een arbeidsongeschiktheid van 52% vastgesteld gekregen. Hij verzocht in 2017 om herziening van dit besluit, omdat hij meende dat er nieuwe medische gegevens waren die een andere beoordeling rechtvaardigden. Het Uwv weigerde echter terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat het medisch onderzoek door het Uwv onzorgvuldig was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn klachten. Hij verzocht om benoeming van een onafhankelijke deskundige, omdat hij meende dat het beginsel van equality of arms was geschonden. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het Uwv op goede gronden had geweigerd om terug te komen van het eerdere besluit. De Raad concludeerde dat de verzekeringsartsen voldoende gemotiveerd hadden dat de gezondheidssituatie van appellant niet wezenlijk was veranderd en dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.