Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
S.B. Smit-Colenbrander als leden in tegenwoordigheid van B.V.K. de Louw als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 november 2020.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van een Wajong-uitkering van appellant. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat appellant niet heeft voldaan aan zijn inlichtingenplicht. Uit politieonderzoek en eigen onderzoek van het Uwv blijkt dat appellant in de periode van maart 2008 tot en met september 2010 actief was in de escortbranche en daaruit inkomsten heeft genoten die hij niet heeft opgegeven aan het Uwv. Het Uwv heeft appellant in 2016 medegedeeld dat zijn recht op Wajong-uitkering over deze periode niet kan worden vastgesteld, wat leidde tot de intrekking van de uitkering en de terugvordering van ten onrechte ontvangen bedragen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de besluitvorming onzorgvuldig was, omdat hij geen toegang had tot de volledige processen-verbaal van de politie en dat de terugvordering disproportioneel was. De Raad oordeelt echter dat het Uwv voldoende bewijs heeft geleverd dat appellant zijn inlichtingenplicht niet is nagekomen. De Raad vernietigt het bestreden besluit voor zover het de intrekking en terugvordering van de toeslag betreft, maar bevestigt de intrekking en terugvordering van de Wajong-uitkering. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant.