ECLI:NL:CRVB:2020:3236
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor griffierecht en beoordeling van noodzakelijkheid van procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had bijzondere bijstand aangevraagd op grond van de Participatiewet (PW) voor de kosten van griffierecht in verband met meerdere procedures bij de Raad van State. Het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen heeft deze aanvragen afgewezen, omdat de kosten niet noodzakelijk zouden zijn. De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat er sprake is van valsheid in geschrifte en andere ernstige beschuldigingen, maar heeft niet aangetoond dat de procedures noodzakelijk waren. De Raad heeft geoordeeld dat de hoger beroepen niet slagen en heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd. De Raad benadrukt dat het bestuursorgaan terughoudend moet zijn bij de beoordeling van de noodzaak van juridische procedures, vooral als er geen toevoeging voor rechtsbijstand is verleend. De uitspraak bevestigt dat de appellant niet heeft voldaan aan de verplichting om de noodzaak van zijn procedures aannemelijk te maken.