Uitspraak
18 5858 WIA
3 oktober 2018, 18/2064 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
6 juni 2019 en een brief van de anaesthesioloog-pijnspecialist van 7 oktober 2020 overgelegd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die zich ziek had gemeld na een auto-ongeluk in 2011, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze uitkering, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had het bezwaar van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. In hoger beroep voerde appellante aan dat de medische beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet zorgvuldig was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar klachten. De Raad oordeelde echter dat de medische beoordeling voldoende gemotiveerd was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid ervan. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de belastbaarheid van appellante in de geselecteerde functies niet werd overschreden. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.