Uitspraak
19.240 PW
OVERWEGINGEN
18 oktober 2017. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in een rapportage handhaving van 14 november 2017.
21 november 2017 de bijstand van appellanten te herzien over de periode van 3 augustus 2010 tot en met 28 juli 2017 en de over die periode teveel gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 24.452,92 van appellanten terug te vorderen. Het college is bij deze berekening uitgegaan van een bedrag van € 500,- per auto.
20 november 2012. Het college heeft herziening over de periode van 21 november 2012 tot en met 28 juli 2017 (periode in geding) in stand gelaten en het terugvorderingsbedrag verlaagd tot een bedrag van € 4.673,30. Aan de herziening en terugvordering heeft het college ten grondslag gelegd dat sprake was van autohandel in de periode in geding en daarmee van op geld waardeerbare activiteiten. Appellanten hebben de op hen rustende inlichtingenverplichting geschonden door hier geen melding van te maken bij het college. Doordat appellanten geen controleerbare en verifieerbare gegevens hebben overgelegd over de waarde van de voertuigen, is het college bij de bepaling van de hoogte van de herziening en terugvordering uitgegaan van de waarde per voertuig zoals deze op de website Autotelex.nl is te vinden op de datum waarop het voertuig van de naam van appellant is gegaan. Hierbij heeft het college een maximum van € 500,- voor een voertuig gehanteerd, indien de waarde van dat voertuig volgens Autotelex hoger was dan dat bedrag.
€ 500,- per voertuig.