Uitspraak
18.2689 WIA, 21/581 WIA
OVERWEGINGEN
Schadevergoeding
BESLISSING
€ 172,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die sinds 2005 als callcenter medewerker werkzaam was. Appellante was in 2005 uitgevallen wegens rugklachten en had in 2011 een loongerelateerde WGA-uitkering gekregen. In 2016 heeft zij een verzoek ingediend voor herbeoordeling van haar arbeidsongeschiktheid, met de stelling dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en recht had op een IVA-uitkering. Het Uwv heeft haar WGA-uitkering per 22 december 2016 beëindigd, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde haar beroep ongegrond.
In hoger beroep heeft de Raad de medische gegevens van orthopedisch chirurg N.C. Schepel in overweging genomen, die aangaf dat appellante volledig arbeidsongeschikt was. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende concrete aanknopingspunten had voor de conclusie dat er herstelmogelijkheden waren. De Raad concludeerde dat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellante duurzaam was en dat het bestreden besluit van het Uwv een deugdelijke motivering ontbeert. De Raad heeft het besluit van 21 oktober 2016 herroepen en bepaald dat appellante met ingang van 22 december 2016 recht heeft op een IVA-uitkering.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de redelijke termijn in de procedure was overschreden en heeft het Uwv en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding aan appellante. De Raad heeft ook de proceskosten van appellante toegewezen aan het Uwv en de Staat.