ECLI:NL:CRVB:2021:272
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en recht op WIA-uitkering na herbeoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die eerder een WIA-uitkering ontving. Appellant had zich ziek gemeld met psychische klachten en ontving een loongerelateerde WGA-uitkering. Na beëindiging van deze uitkering heeft het Uwv appellant opnieuw beoordeeld, maar vastgesteld dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot afwijzing van zijn WIA-aanvraag. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn beperkingen niet correct zijn beoordeeld en dat hij volledig arbeidsongeschikt is door COPD en andere klachten. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat er geen toegenomen beperkingen waren ten opzichte van de eerder vastgestelde FML van 6 maart 2017. De Raad concludeerde dat het Uwv de medische gegevens zorgvuldig had beoordeeld en dat er geen nieuwe informatie was die een andere conclusie rechtvaardigde. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 februari 2019 werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd afgewezen.