ECLI:NL:CRVB:2021:2722
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding op grond van de Wmo 2015
In deze zaak gaat het om de beoordeling van een maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Appellante, geboren in 1946, heeft fysieke beperkingen en ontving eerder een persoonsgebonden budget (pgb) voor begeleiding. Het college van burgemeester en wethouders van Heusden heeft na heronderzoek, op basis van rapporten van arts P.J. Beks en indicatieadviseur W. Griepsma, besloten om de maatwerkvoorziening te beëindigen. Appellante is het niet eens met dit besluit en heeft hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 3 november 2021 behandeld. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het college het bestreden besluit mocht baseren op de rapporten van Beks en Griepsma. De Raad concludeert dat het onderzoek naar de hulpvraag en de problemen van appellante bij zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie voldoende zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad stelt vast dat de adviezen van de deskundigen concludent zijn en dat er geen noodzaak is voor het opstellen van een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe medische informatie overgelegd die de adviezen zou kunnen ondermijnen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond heeft verklaard. De Raad oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.