Uitspraak
19 970 WAJONG
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk voor zover het betrekking heeft op de aanspraken op grond van de ZW en de Wet WIA.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering had afgewezen. Appellant, die sinds 2000 een Wajong-uitkering ontving wegens psychische beperkingen, had in 2008 zijn uitkering verloren omdat hij minder dan 25% arbeidsongeschikt was. Na een periode van werk en ziekte, heeft hij in 2018 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die door het Uwv werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de nieuwe ziekteoorzaak (multiple sclerose) niet dezelfde was als die ten grondslag lag aan de eerdere Wajong-uitkering. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte niet heeft geoordeeld over zijn ZW- en WIA-aanspraken. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat appellant niet in hoger beroep kan komen tegen deze onderdelen, omdat hij daartegen geen bezwaar heeft gemaakt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk voor zover het betrekking heeft op de ZW- en WIA-aanspraken. De uitspraak is gedaan op 22 maart 2021.