Uitspraak
21.3102 AKW
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant op 29 maart 2018 kinderbijslag aangevraagd op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor zijn kind, dat in Marokko woont. De aanvraag werd afgewezen omdat appellant niet de benodigde gegevens had verstrekt. Na meerdere aanvragen en afwijzingen, heeft de Sociale Verzekeringsbank (Svb) vastgesteld dat appellant niet aan zijn onderhoudsverplichtingen voldeed. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat appellant niet met voldoende bewijs heeft aangetoond dat hij zijn kinderen in belangrijke mate heeft onderhouden, en dat de door hem geleverde bijdragen niet voldoen aan de vereiste minimumbedragen per kwartaal. De Raad verwijst naar eerdere rechtspraak die stelt dat onderhoudsbijdragen gelijkelijk worden geacht te zijn besteed aan de kinderen in het huishouden. Appellant's argumenten dat de Svb had moeten afwijken van de vastgestelde bedragen worden verworpen, evenals zijn stelling dat de bedragen in het BUK onverbindend zijn omdat ze geen rekening houden met de lagere kosten in Marokko. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.