ECLI:NL:CRVB:2022:2502
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante in het kader van de Wet WIA. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 10 augustus 2022 onvoldoende gemotiveerd dat er op de datum in geding geen sprake was van een situatie van geen benutbare mogelijkheden. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts niet adequaat heeft onderbouwd dat appellante op de datum in geding niet disfunctioneerde op micro-niveau, ondanks de eerdere conclusies van de primaire arts en psychiater Van der Spek. De Raad heeft het Uwv opgedragen om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en heeft zelf in de zaak voorzien door te bepalen dat appellante met ingang van 26 februari 2018 recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering van 100%. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.897,50. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.