ECLI:NL:CRVB:2022:466
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-G en vergoeding van proceskosten na intrekking van het beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA-G). Appellante heeft haar hoger beroep ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 1 februari 2021 volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. De Raad heeft vervolgens geoordeeld dat het Uwv in de kosten van de appellante moet worden veroordeeld, die zij redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. De kosten zijn begroot op € 1.496,- voor verleende rechtsbijstand. De door appellante ingediende nota van Lubach Mediation & Coaching is niet voor vergoeding in aanmerking gekomen, aangezien de rechtbank dit onderdeel van de uitspraak niet heeft betwist in hoger beroep. Daarnaast is het verzoek van appellante om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering toegewezen. Voor de vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden. Deze uitspraak is een gerectificeerde uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).