ECLI:NL:CRVB:2023:1255
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand en boete wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de vraag of het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven terecht de bijstand van appellanten heeft herzien en teruggevorderd vanwege bijschrijvingen en een storting op hun bankrekeningen die zij niet hebben gemeld. Appellanten, die sinds 12 september 2016 bijstand ontvingen op grond van de Participatiewet, hebben aangevoerd dat zij niet hoefden te begrijpen dat de bijschrijvingen en stortingen van hun kinderen van invloed waren op hun bijstandsrecht. De Centrale Raad van Beroep heeft deze argumenten verworpen en bevestigd dat appellanten hun inlichtingenverplichting hebben geschonden. De Raad oordeelde dat de bijstand een vangnetvoorziening is en dat appellanten zich ervan bewust hadden moeten zijn dat de ontvangen bedragen invloed konden hebben op hun recht op bijstand. De rechtbank had eerder de beroepen van appellanten ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De herziening van de bijstand, de terugvordering van € 10.976,49 en de opgelegde boete van € 901,99 zijn daarmee terecht in stand gehouden. Appellanten krijgen geen vergoeding voor hun proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.