ECLI:NL:CRVB:2023:1305
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) wegens schending van verplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante was verleend door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. Appellante, geboren in 1990, was geïndiceerd voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg. Het zorgkantoor had in 2017 en 2018 pgb's verleend, maar na een anonieme melding over de zorgverlening door haar zorgverlener, is er een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante de verplichtingen die aan het pgb waren verbonden, had geschonden. Het zorgkantoor heeft daarom besloten om de verleningsbeschikkingen in te trekken en een bedrag van € 27.850,- aan onverschuldigd betaald pgb terug te vorderen. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij zorg heeft ontvangen van haar moeder en de zorgverlener, en dat de terugvordering gematigd moet worden. De Raad heeft echter geoordeeld dat het zorgkantoor terecht heeft gehandeld en dat de intrekking van het pgb en de terugvordering gerechtvaardigd zijn. De Raad heeft de belangenafweging van het zorgkantoor onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt.