Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
ZW-beoordeling van belang is. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Inleiding
ZW-uitkering.
Het oordeel van de Raad
niet-ontvankelijk verklaard onder de overweging dat uit het bestreden besluit volgt dat de (uitbetaling van de) ZW-uitkering eerst per 3 november 2020 is beëindigd en dat de te veel ontvangen ZW-uitkering niet zal worden teruggevorderd omdat appellante redelijkerwijs niet had kunnen weten dat zij (per 8 april 2020) geen recht meer had op een ZW-uitkering. Dat het belang ook gelegen kan zijn in de omstandigheid dat het inhoudelijk oordeel van de bestuursrechter kan worden betrokken bij eventuele toekomstige, vergelijkbare, aanvragen [2] , maakt dat in dit geval niet anders.
WIA-uitkering heeft echter geleid tot een volledig, actueel verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek (zie de zaak met nummer 22/3887 WIA). Procesbelang voor de nu aan de orde zijnde zaak levert dat niet op. Dit betekent dat de rechtbank het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.