AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Toepasselijkheid van socialezekerheidswetgeving voor grensarbeider met woonplaats in Nederland en werkplek in Duitsland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de toepasselijkheid van de socialezekerheidswetgeving voor een Duitse werknemer die voor haar Duitse werkgever, [naam GmbH], werkte. De werknemer werkte drie dagen per week op kantoor in Duitsland en twee dagen vanuit huis in Nederland. De Raad moest vaststellen waar de werknemer haar woonplaats had en of zij haar werkzaamheden in meerdere lidstaten verrichtte. Tot 1 januari 2020 woonde de werknemer in Duitsland, maar na deze datum was haar woonplaats in Nederland. De Raad concludeerde dat er vanaf 1 januari 2020 geen sprake was van werken in meerdere lidstaten, omdat [naam GmbH] niet had ingestemd met het werken vanuit Nederland. Hierdoor bleef de Duitse socialezekerheidswetgeving van toepassing, zowel voor als na 1 januari 2020.
De zaak kwam in hoger beroep na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die had geoordeeld dat de werknemer onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving viel. De Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak vernietigd en geoordeeld dat de Duitse wetgeving van toepassing was. De Raad heeft daarbij gekeken naar de intentie van de werknemer en de werkgever, en naar de feitelijke omstandigheden van de arbeidsovereenkomst. De Raad oordeelde dat er geen bewuste instemming was van de werkgever voor het werken vanuit Nederland, wat leidde tot de conclusie dat de werknemer niet in twee lidstaten werkte. De Raad heeft de Svb veroordeeld in de proceskosten van [naam GmbH].
Voetnoten
1.Verordening (EG) nr. 883/2004.
2.Hof van Justitie van de Europese Unie.
3.Verordening (EEG) nr. 1408/71.
4.Vergelijk de arresten Di Paolo van 17 februari 1977, C-76/76, Swaddling van 25 februari 1999, C-90/97, Wencel van 16 mei 2013, C-589/10 en I tegen Health Service Executive van 5 juni 2014, C-255/13.
5.Verordening (EG) nr. 987/2009.
6.Zie het arrest I tegen Health Service Executive, punt 46.
8.Zie arrest van 13 september 2017, X, C 570/15, EU:C:2017:674, punt 21, en arrest van 20 mei 2021, Format II, C-879/19, ECLI:EU:C:2021:409, punt 22, en de rechtspraak waarnaar in beide arresten wordt verwezen.
9.Arrest X, C 570/15, EU:C:2017:674, punt 27.
10.Vergelijk arrest X, C 570/15, EU:C:2017:674, punt 28.