Uitspraak
20 1509 WMO15
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat het college aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 131,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep van appellante, die een maatwerkvoorziening beschermd wonen had aangevraagd op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Appellante had het college van burgemeester en wethouders van Arnhem verzocht om handhavend op te treden, omdat zij vond dat de wijze van uitbetaling van het leefgeld niet voldeed aan haar zelfredzaamheid. De rechtbank oordeelde dat meningsverschillen over het beleid bij een aanbieder geen bestuursrechtelijke aangelegenheid zijn, en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.
Appellante ging in hoger beroep en betoogde dat het college een besluit op haar verzoek had moeten nemen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte onbevoegd was verklaard. De Raad stelde vast dat de brief van appellante aan het college kwalificeerde als een melding die het college verplichtte om onderzoek te verrichten. Aangezien appellante geen aanvraag had ingediend binnen de gestelde termijn, was de beslistermijn nog niet aangevangen. Hierdoor had appellante het college te vroeg in gebreke gesteld. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, met de bepaling dat het college het griffierecht aan appellante moest vergoeden.