ECLI:NL:CRVB:2023:319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. I. Mercanoglu, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 22 juli 2021, waarin het beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) ongegrond werd verklaard. De aanvraag was ingediend op 17 oktober 2019 en werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Hengelo op 8 november 2019, met een handhaving van deze afwijzing in de beslissing op bezwaar van 15 mei 2020. De afwijzing was onder andere gebaseerd op artikel 2.3.6, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Wmo 2015.
Tijdens de zitting op 12 januari 2023 heeft mr. Y. Eryilmaz, als opvolgend gemachtigde van appellant, nadere stukken ingediend. Het college werd vertegenwoordigd door mr. I.B.H. Heil. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in de te beoordelen periode enkel een pgb wilde ontvangen voor diensten van Zorgcentra Het Mozaïek. De Raad oordeelt dat het college de aanvraag op juiste gronden heeft afgewezen, aangezien er geen beroepsgronden zijn ingediend tegen de specifieke weigeringsgrond van artikel 2.3.6, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Wmo 2015.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak en komt tot de conclusie dat het hoger beroep niet kan slagen. Er zijn geen redenen voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 16 februari 2023.