ECLI:NL:CRVB:2023:674
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering na auto-ongeval
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die zich ziek had gemeld na een auto-ongeval in 2017. Appellant had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze op basis van een beoordeling die concludeerde dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
Appellant voerde in hoger beroep aan dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn rugklachten en andere medische problemen, zoals benauwdheid en concentratieproblemen. Hij betwistte de geschiktheid van de geselecteerde functies, die volgens hem te veel zittend werk vereisten. De Raad oordeelde echter dat de medische beoordeling door het Uwv voldoende onderbouwd was en dat de beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 6 januari 2021 adequaat waren vastgesteld.
De Raad bevestigde dat de geselecteerde functies passend waren voor appellant, en dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling bij de vaststelling van arbeidsongeschiktheid en de toekenning van WIA-uitkeringen.