ECLI:NL:CRVB:2024:1259
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in sociale zekerheidszaak
Op 19 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/2253 WMO15. Het hoger beroep van appellante, die een maatwerkvoorziening voor ondersteuning bij het huishouden had aangevraagd, werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Overijssel had eerder het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen ongegrond verklaard. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag, maar in hoger beroep stelde haar gemachtigde dat er nog procesbelang was vanwege een verzoek om vergoeding van bezwaarkosten. De Raad oordeelde echter dat er geen voldoende procesbelang aanwezig was, omdat het louter formele of principiële belang niet volstaat voor een inhoudelijke beoordeling. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard en dat appellante geen proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht zou ontvangen.