ECLI:NL:CRVB:2024:1361
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening Wmo 2015 voor opvang met betrekking tot zelfredzaamheid en huisvestingsproblemen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De appellant, geboren in 1974, had een aanvraag ingediend voor opvang, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen. De Raad oordeelt dat de afwijzing terecht is, omdat appellant als zelfredzaam wordt beschouwd en de Wmo 2015 niet bedoeld is voor het oplossen van problemen op de woningmarkt. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag niet onterecht was. De Raad bevestigt deze uitspraak en stelt dat de afwijzing van de aanvraag voor opvang in stand blijft. Appellant heeft geen recht op vergoeding van proceskosten of terugbetaling van griffierecht. De uitspraak benadrukt dat de Wmo 2015 niet bedoeld is om huisvestingsproblemen op te lossen en dat het aan de centrale overheid is om oplossingen te vinden voor de woningnood.