ECLI:NL:CRVB:2024:2375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten; beoordeling van voorliggende voorzieningen en zeer dringende redenen
In deze zaak heeft appellante op 7 juni 2021 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van tandheelkundige behandelingen, waaronder het trekken van tanden en het plaatsen van implantaten voor een klikgebit. Het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) een toereikende en passende voorliggende voorziening biedt voor de kosten van tandheelkundige behandelingen. Appellante is het niet eens met deze afwijzing en heeft hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 3 december 2024. De Raad oordeelt dat de Zvw in beginsel een toereikende en passende voorziening is en dat er geen zeer dringende redenen zijn om bijzondere bijstand toe te kennen. Het medisch advies dat het college heeft ingewonnen, is zorgvuldig tot stand gekomen en goed gemotiveerd. De Raad concludeert dat appellante niet heeft aangetoond dat er sprake is van een acute noodsituatie die het verlenen van bijstand noodzakelijk maakt.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond heeft verklaard. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van de beoordeling van voorliggende voorzieningen en de strikte voorwaarden waaronder bijzondere bijstand kan worden verleend.