ECLI:NL:CRVB:2025:1463
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen mededeling basisbeurs niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft appellante bezwaar gemaakt tegen de mededeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat zij vanaf februari 2024 geen recht meer heeft op een basisbeurs. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad oordeelde dat de mededeling van 2 januari 2024 feitelijk van aard was en geen nieuw besluit vormde, aangezien de rechtsgevolgen al waren vastgesteld in het eerdere besluit van 14 oktober 2023. De rechtbank Oost-Brabant had eerder het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. Appellante had in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De Raad benadrukte dat het bezwaar van appellante niet gericht was tegen het eerdere besluit van 14 oktober 2023, maar tegen de mededeling van 2 januari 2024, die geen rechtsgevolg met zich meebracht. Hierdoor bleef het bestreden besluit in stand, en kreeg appellante geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.