ECLI:NL:CRVB:2025:1603
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verhoging Wajong-uitkering en terugwerkende kracht
In deze zaak gaat het om de verhoging van de Wajong-uitkering van appellant tot 85% van het grondslag per 11 januari 2021. Appellant, geboren in 1989, ontvangt sinds zijn achttiende een Wajong-uitkering en heeft ernstige beperkingen. Het Uwv heeft de uitkering verhoogd, maar niet verder teruggaand dan een jaar voor de aanvraagdatum. Appellant is het niet eens met deze beslissing en stelt dat zijn situatie een bijzonder geval is, wat een uitzondering op de regel zou rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad voor de Rechtspraak bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat er geen sprake is van een bijzonder geval, omdat de omstandigheden van appellant niet voldoende zijn om af te wijken van de wettelijke regels. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat de verhoging van de Wajong-uitkering niet eerder kan ingaan dan per 11 januari 2021, en bevestigt de beslissing van de rechtbank.