ECLI:NL:CRVB:2025:1641
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin het bezwaar tegen een betalingsherinnering van het Uwv niet-ontvankelijk werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de brief van 13 oktober 2023, waarin appellant werd geïnformeerd over een terug te betalen bedrag van € 2.451,06, wel een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Echter, de Raad concludeert dat appellant geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, omdat het Uwv heeft bepaald dat hij het bedrag voorlopig niet hoeft terug te betalen. De Raad heeft partijen erop gewezen dat de zaak zonder zitting kan worden afgedaan, en omdat partijen geen zitting hebben aangevraagd, is het onderzoek gesloten. De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard wegens het ontbreken van procesbelang, aangezien het Uwv al had bepaald dat appellant het verschuldigde bedrag niet hoeft terug te betalen. De uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, in tegenwoordigheid van H.A. Baars als griffier, en is openbaar uitgesproken op 5 november 2025.