ECLI:NL:CRVB:2025:643
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens langer verblijf in het buitenland en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan een appellant die langer dan vier weken in het buitenland verbleef, wat in strijd is met de Participatiewet (PW). De appellant had bijstand ontvangen, maar het college van burgemeester en wethouders van Tilburg heeft deze bijstand ingetrokken en teruggevorderd, omdat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door zijn verblijf in het buitenland niet te melden. De appellant stelde dat er zeer dringende redenen waren om hem bijstand te verlenen, ondanks zijn overtreding van de regels. Hij voerde aan dat hij in Congo leed aan een ernstige medische situatie, maar de Raad oordeelde dat dit geen dringende reden was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat de appellant geen recht had op bijstand over de periode waarin hij in het buitenland verbleef en dat hij de teveel ontvangen bijstand moest terugbetalen. De uitspraak werd gedaan op 8 april 2025.