parketnummer: 23-002290-08
datum uitspraak: 2 april 2010
VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 3 april 2008 in de strafzaak onder parketnummer 15/750804-06 tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats]op [geboortedatum],
adres: [adres], [woonplaats],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 5 en 20 maart 2008 en op de terechtzittingen in hoger beroep van 15, 17 en 19 maart 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd, overeenkomstig de op de terechtzitting in eerste aanleg op vordering van de officier van justitie en de op de terechtzitting in hoger beroep op vordering van de advocaat-generaal toegestane nadere omschrijving respectievelijk wijziging van de tenlastelegging, dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 16 augustus 2006, althans op ??n of meer tijdstip(pen) in de periode van 14 juli 2006 tot en met 16 augustus 2006 te Rotterdam en/of Amsterdam en/of Den Haag en/of Almere en/of Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland en/of Bonaire en/of Cura?ao (althans op de Nederlandse Antillen) en/of Aruba en/of in Suriname, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (ongeveer) 16849 gram, in elk geval een (handels)hoeveelheid, van een materiaal bevattende coca?ne, zijnde coca?ne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
1. subsidiair:
hij op ??n of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2006 tot en met 16 augustus 2006 te Vlaardingen en/ of Rotterdam en/ of Den Haag en/ of Tilburg, althans in Nederland en/ of Suriname en/ of Brazili? tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verweken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/ of binnen het grondgebied van Nederland brengen van (ongeveer) 16849 gram, in elk geval ??n of meer (handels) hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende coca?ne, zijnde coca?ne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/ of te bevorderen,
- ??n of meer andere(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/ of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/ of
- zich en/ of ??n of meer ander(en) gelegenheid en/ of inlichtingen tot het plegen van dat/ die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/ of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
hebbende verdachte en/ of (??n of meer van) verdachtes mededader(s) meermalen althans eenmaal (telkens)
- ??n of meer (versluierende) telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot het bereiden en/ of bewerken en/ of vervaardigen en/ of verkopen en/ of afleveren en/ of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/ of
- ??n of meer ontmoetingen gehad met betrekking tot het bereiden en/ of bewerken en/ of vervaardigen en/ of verkopen en/ of afleveren en/ of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/ of
- (een) geldbedrag(en) (laten) versturen en/ of laten overmaken (onder meer ter financiering van voornoemde partij verdovende middelen) en/ of
- contacten gelegd en/ of onderhouden met personen die voornoemde verdovende middelen zouden kunnen (laten) leveren
2.
hij op of omstreeks 21 maart 2007 te Den Haag tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, te weten een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad;
3.
hij op ??n of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2006 tot en met 21 maart 2007 te Den Haag en/of Schiphol en/of Rotterdam althans in Nederland en/of Mexico en/of Belgi? en/of Suriname en/of Venezuela en/of Argentini? en/of Guyana en/of Bonaire, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van ??n of meer (handels) hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende coca?ne, zijnde coca?ne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ??n of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of ??n of meer ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) meermalen althans eenmaal (telkens)
- ??n of meer (versluierende) telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot het bereiden en/of bewerken en/of vervaardigen en/of verkopen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of
- ??n of meer ontmoetingen gehad met betrekking tot het bereiden en/of bewerken en/of vervaardigen en/of verkopen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of
- personen benaderd en/of laten benaderen om voornoemde verdovende middelen, (verstopt in (een) vliegtuig(en)) te vervoeren en/of in te voeren in Nederland en/of
- (een) gesprek(ken) gevoerd omtrent (een) mogelijke smokkelmethode(s) en/of (een) mogelijke bergplaats(en) om de verdovende middelen in (een) vliegtuig(en) te verstoppen en/of
- foto's van de binnenkant van een vliegtuig (en/of kopie?n daarvan) gemaakt en/of laten maken en/of geregeld en/of voorhanden gehad
4.
hij in of omstreeks de periode van 3 november 2006 tot 21 maart 2007 te Rotterdam en/of
's-Gravenhage en/of Leiden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ??n of meer (handels)hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende coca?ne, zijnde coca?ne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij, op ??n of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 21 maart 2007 te Amsterdam en/of Den Haag en/of Rotterdam en/of Almere en/of Leiden, in ieder geval in Nederland en/of Portugal en/of Frankrijk en/of Spanje en/of Brazili? en/of Panama en/of Venezuela en/of Suriname, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van ??n of meer (handels) hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende coca?ne, zijnde coca?ne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ??n of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of ??n of meer ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) meermalen althans eenmaal (telkens)
- ??n of meer (versluierende) telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot het bereiden en/of bewerken en/of vervaardigen en/of verkopen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of
- ??n of meer ontmoetingen gehad met betrekking tot het bereiden en/of bewerken en/of vervaardigen en/of verkopen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of
- (een) geldbedrag(en) overgemaakt en/of over laten maken (onder meer ten behoeve van
financiering van voornoemde partijen verdovende middelen) en/of
- voor zichzelf en/of ??n of meer medeverdachte(n) vliegtickets en hotels naar en/of in (onder
meer) bovengenoemde landen geregeld en/of betaald en/of
- een of meer monster(s) geregeld en/of besteld en/of gefinancierd en/of ontvangen en/of
- contacten onderhouden met personen die voornoemde verdovende middelen zouden kunnen (laten) leveren en/of
- personen benaderd en/of laten benaderen om voornoemde verdovende middelen per boot te vervoeren en/of in te voeren en/of
- (een) gesprek(ken) gevoerd omtrent verschillende smokkelmethodes van verdovende middelen;
(Zaak 10a Zuid-Amerika hoofdstuk 1)
6.
hij, op ??n of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 21 maart 2007 te Amsterdam en/of Den Haag en/of Rotterdam, in ieder geval in Nederland en/of Brazili? en/of Panama en/of Venezuela en/of Suriname en/of Colombia, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van ??n of meer (handels) hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende coca?ne, zijnde coca?ne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ??n of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of ??n of meer ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) meermalen althans eenmaal (telkens)
- ??n of meer (versluierende) telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot het bereiden en/of bewerken en/of vervaardigen en/of verkopen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of
- ??n of meer ontmoetingen gehad met betrekking tot het bereiden en/of bewerken en/of vervaardigen en/of verkopen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en/of
- (een) geldbedrag(en) overgemaakt en/of over laten maken (onder meer ten behoeve van
financiering van voornoemde partijen verdovende middelen) en/of
- voor zichzelf en/of ??n of meer medeverdachte(n) vliegtickets naar en/of in (onder meer) bovengenoemde landen geregeld en/of betaald en/of
- contacten leggen en/of onderhouden met personen die voornoemde verdovende middelen zouden kunnen (laten) leveren en/of
- personen benaderd en/of laten benaderen om voornoemde verdovende middelen per boot te vervoeren en/of in te voeren en/of
- (een) gesprek(ken) gevoerd omtrent verschillende smokkelmethodes van verdovende middelen.
(Zaak 10a Zuid-Amerika hoofdstuk 2)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest het hof deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde verweren
Feiten 1, 3 en 4 (zaken Bonaire, 10a Bergplaatsen en Lokale handel)
De raadsman heeft ten aanzien van deze feiten betoogd dat er geen bewijs is dat de telefoongesprekken waaraan de verdachte heeft deelgenomen zijn gevoerd ter voorbereiding van de feiten die hem zijn ten laste gelegd. De gesprekken zijn niet meer dan een moza?ek van fragmenten, dat eenzijdig door het openbaar ministerie is ge?nterpreteerd en ten onrechte in verband is gebracht met de aan de verdachte tenlastegelegde feiten. Dat verdachte zich op zijn zwijgrecht beroept en daardoor geen aannemelijke verklaring geeft voor zijn deelname aan de gesprekken, mag hem niet worden tegengeworpen. Aldus de raadsman.
Ten aanzien van feit 4 (zaak Lokale handel) heeft de raadsman bovendien betoogd dat de door de verdachte gevoerde telefoongesprekken niet zijn te herleiden tot een re?le transactie.
Het hof overweegt als volgt.
In de desbetreffende zaaksdossiers is een weergave opgenomen van diverse afgeluisterde telefoongesprekken tussen verdachte en derden en derden onderling.
Het veelal kenmerkende van die gesprekken is dat daarin sprake is van versluierend taalgebruik. De opsporingsambtenaren hebben in een groot aantal gevallen beschreven hoe de inhoud van die gesprekken zou moeten worden geduid.
Verdachte heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht en overigens niet aannemelijk gemaakt dat die duiding van de desbetreffende gesprekken onjuist zou zijn, met name niet van die gesprekken waaraan hij heeft deelgenomen.
Het hof kan die gesprekken ook niet los zien van de inhoud van de overige bewijsmiddelen, zoals die worden gehanteerd voor de bewezenverklaring van andere aan de verdachte ten laste gelegde feiten. Daaruit volgt immers dat de verdachte zich samen met anderen intensief bezig hield met het organiseren van de invoer van en handel in coca?ne.
Dat de voor het bewijs gebruikte gesprekken in deze zaken enige andere achtergrond hebben dan die bezigheden is dan ook niet aannemelijk geworden.
Het verweer wordt verworpen.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
- ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde -
hij op 16 augustus 2006 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht 16849 gram van een materiaal bevattende coca?ne, zijnde coca?ne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
- ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde -
hij op 21 maart 2007 te Den Haag een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, te weten een stroomstootwapen, voorhanden heeft gehad;
- ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde -
hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2006 tot en met 21 maart 2007 in Nederland en Venezuela, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van ??n of meer (handels)hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, zijnde coca?ne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ??n of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en
zich en ??n of meer ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
hebbende verdachte en (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- versluierende telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot het vervoeren van voornoemde (handels)hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en
- ??n of meer ontmoetingen gehad met betrekking tot het vervoeren van voornoemde (handels)hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en
- personen benaderd en/of laten benaderen om voornoemde verdovende middelen, verstopt in een vliegtuig, te vervoeren en in te voeren in Nederland en
- gesprekken gevoerd omtrent (een) mogelijke smokkelmethode(s) en/of (een) mogelijke bergplaats(en) om de verdovende middelen in (een) vliegtuig(en) te verstoppen en
- foto's van de binnenkant van een vliegtuig en/of kopie?n daarvan voorhanden gehad;
- ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde -
hij in de periode van 3 november 2006 tot 21 maart 2007 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ??n of meer (handels)hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, zijnde coca?ne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
- ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde -
hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2006 tot en met 21 maart 2007 in Nederland en Brazili? en Venezuela, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van ??n of meer (handels) hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, zijnde coca?ne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ??n of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of ??n of meer ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- versluierende telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot het vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en
- ontmoetingen gehad met betrekking tot het vervoeren van voornoemde (handels) hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en
- contacten onderhouden met personen die voornoemde verdovende middelen zouden kunnen (laten) leveren;
- ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde -
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2006 tot en met 21 maart 2007 in Nederland en Venezuela, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van ??n of meer (handels)hoeveelhe(i)d(en) coca?ne, zijnde coca?ne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ??n of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of ??n of meer ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
- versluierende telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot het vervoeren van voornoemde (handels)hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en
- ontmoetingen gehad met betrekking tot het vervoeren van voornoemde (handels)hoeveelhe(i)d(en) verdovende middelen en
- contacten gelegd en/of onderhouden met personen die voornoemde verdovende middelen zouden kunnen (laten) leveren en
- personen benaderd om voornoemde verdovende middelen per boot te vervoeren en/of in te voeren.
Hetgeen onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
- ten aanzien van het onder 1 primair bewezen verklaarde -
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
- ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde -
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
- ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde -
Medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, zich of een ander gelegenheid of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, of voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
- ten aanzien van het onder 4 bewezen verklaarde -
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
- ten aanzien van het onder 5 en 6 bewezen verklaarde, voor zover het betreft de periode tot 1 juli 2006 -
Medeplegen van, om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, of zich of een ander gelegenheid of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, meermalen gepleegd.
- ten aanzien van het onder 5 en 6 bewezen verklaarde, voor zover het betreft de periode vanaf 1 juli 2006 -
Medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, of zich of een ander gelegenheid of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
De rechtbank Haarlem heeft de verdachte voor het onder 2, 5 en 6 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest.
Tegen voormeld vonnis is door het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan de opzettelijke invoer van bijna 17 kilo coca?ne in Nederland vanuit Bonaire. Het invoeren van deze partij coca?ne heeft via cateringtrolleys in een vliegtuig plaatsgevonden. Ook heeft verdachte zich gedurende een langere periode samen met zijn mededaders bezig gehouden met handelingen gericht op het invoeren van verdovende middelen vanuit Zuid-Amerika in Nederland. Verdachte heeft daartoe met name in Venezuela verbleven en daar ontmoetingen gehad; ook heeft hij telefonische contacten onderhouden met personen waarin in versluierend taalgebruik over de handel in verdovende middelen werd gesproken. Tevens heeft verdachte coca?ne aanwezig gehad.
Coca?ne is een voor de gezondheid van personen schadelijke stof. De ingevoerde en in te voeren hoeveelheden waren van dien aard, dat deze bestemd moeten zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in coca?ne gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof. Verdachte heeft, zonder zich te bekommeren om deze verwerpelijke neveneffecten, op grove wijze zijn eigen winstbejag nagejaagd.
Daarnaast heeft verdachte een stroomstootwapen voorhanden gehad. Het voorhanden hebben van een dergelijk wapen kan een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengen.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justiti?le Documentatie van 1 maart 2010 is de verdachte eerder meermalen tot langdurige gevangenisstraffen veroordeeld wegens overtredingen van de Opiumwet. Het hof laat in de strafmaat zwaar meewegen dat deze veroordelingen - voor zover daterend van v??rdat de onderhavige feiten zijn begaan - de verdachte er kennelijk niet van hebben weerhouden zich voortaan van zulke misdrijven te onthouden.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Daarbij is mede gelet op de straffen die alleen al voor de opzettelijke invoer van een hoeveelheid van bijna 17 kilo coca?ne gewoonlijk opgelegd worden en in aanmerking genomen dat het hier bovendien nog een aantal gevallen van voorbereidingshandelingen tot de opzettelijke invoer van coca?ne, naast andere feiten, betreft. Deze straf is zwaarder dan door de advocaat-generaal gevorderd, omdat die vordering onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan zoals hierboven in de rubriek bewezen verklaarde omschreven.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en ook de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd, die door de veroordeelde v??r de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in deze zaak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is gewezen door de achtste meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. L.A.J. Dun, mr. J.M.J. Chorus en mr. M.F.J.M. de Werd, in tegenwoordigheid van mr. B. van der Werf, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 april 2010.
[verdachte]/23-002290-08 - 12 -