ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9881
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot buitenlands vermogen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 maart 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) en premie ziekenfondswet (Zfw) voor de jaren 2001 tot en met 2003. De belanghebbende, wonende in Zweden, had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde belastingaanslagen en boetebeschikkingen. De rechtbank had eerder het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 21 februari 2012 hebben partijen een compromis bereikt. Dit compromis hield in dat de navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 1996 in stand blijft, maar zonder verhoging, en dat de overige navorderingsaanslagen en boeten worden vernietigd. Tevens werden de aanslagen en boeten voor de jaren 2003 tot en met 2008 verminderd, zodat geen bedragen gerelateerd aan buitenlandse banktegoeden in de grondslag van de belastingaanslagen zijn opgenomen.
Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard. De navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2001 en 2002, evenals de navorderingsaanslag Zfw 2002, zijn vernietigd. De aanslag IB/PVV 2003 is verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.068 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.681. De boetebeschikking bij de aanslag IB/PVV 2003 is eveneens vernietigd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot cassatie binnen zes weken na de verzenddatum.