ECLI:NL:GHAMS:2014:4858
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.E. Kostense
- B.J.E. Lodder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op arbeidskorting bij bijstandsuitkering en werkzaamheden bij leer/werkbedrijf
In deze zaak gaat het om de vraag of de belanghebbende recht heeft op arbeidskorting in het kader van de Wet inkomstenbelasting 2001. De belanghebbende, die een bijstandsuitkering ontving, verrichtte werkzaamheden bij een leer/werkbedrijf. De inspecteur van de Belastingdienst had een aanslag opgelegd voor het jaar 2010, waarbij de inkomsten uit de bijstandsuitkering als loon uit vroegere arbeid werden gekwalificeerd. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep ging.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de bijstandsuitkering niet gelijkgesteld kan worden met loon uit tegenwoordige arbeid. De belanghebbende stelde dat zij recht had op arbeidskorting, omdat zij werkzaamheden verrichtte die vergelijkbaar waren met die van collega’s die wel recht hadden op deze korting. Het Hof verwierp dit beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat de inkomsten van de collega’s een onmiddellijke tegenprestatie voor verrichte arbeid vormden, terwijl de belanghebbende haar werkzaamheden verrichtte ter behoud van haar bijstandsuitkering.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de wet geen recht op arbeidskorting biedt voor de belanghebbende, aangezien haar inkomsten niet als loon uit tegenwoordige arbeid kunnen worden gekwalificeerd. De uitspraak werd gedaan door mr. H.E. Kostense, lid van de belastingkamer, en mr. B.J.E. Lodder als griffier, op 25 september 2014.