3.3.De inspecteur heeft bij zijn verweerschrift in eerste aanleg een kopie overgelegd van de exploitatievergunning voor het pand [C-straat te B 2]. In deze vergunning is onder meer het volgende vermeld:
2. vanuit de verantwoordelijkheid voor de naleving van de gestelde voorschriften dient tijdens exploitatie tenminste één van de hieronder genoemde beheerder(s) in de inrichting aanwezig te zijn:
Beheerder 1:
Naam : [… 3]
(...)
Beheerder 2:
Naam : [… 4]
(...)
Beheerder 3:
Naam : [… 5]
(...)
4. omwonenden en de in de directe omgeving van de inrichting gesitueerde bedrijven mogen geen hinder ondervinden van de exploitatie van de inrichting.
(…)
III exploitant met nadruk te wijzen op het volgende:
1. ingevolge artikel 3:4 van de APV is deze vergunning niet overdraagbaar;
(...)
3. (...) Het beheer kan slechts worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien de burgemeester op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. (...)
4. ingevolge artikel 3:17 van de APV kan de burgemeester de vergunning tijdelijk of voor onbepaalde tijd, gedeeltelijk of geheel intrekken indien:
(…)
b) de ingevolgde artikel 3:4 van de APV in de vergunning vermelde exploitant niet feitelijk de exploitatie voert;
c) de exploitant of beheerder de bepalingen in hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, escortbedrijven, straatprostitutie en dergelijke van de APV (...) overtreedt;
d) in de seksinrichting een minderjarige prostituee wordt aangetroffen;
e) in de seksinrichting een prostituee zonder een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel wordt aangetroffen;
f) er door de exploitant of beheerder onvoldoende maatregelen zijn getroffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de seks inrichting werkzame personen, alsmede ter bescherming van de volksgezondheid;
(...)
h) de exploitant of beheerder (...) toestaat of gedoogt dat in zijn seksinrichting strafbare feiten worden gepleegd;
(...)
5. ingevolge artikel 3:6 van de APV dient de inrichting voor publiek gesloten te zijn en mogen bezoekers daarin niet verblijven of worden toegelaten tussen 01.00 en 07.00 uur en in het weekeinde (zaterdag en zondagochtend) tussen 01.30 en 07.00 uur;
(...)
7. in het besluit van burgemeester en wethouders (...) zijn bedrijfsvoerings- en gezondheidseisen opgenomen waaraan de exploitant en beheerder dienen te voldoen.