Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
STICHTING STUDIEFINANCIERING CURAÇAO,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een vordering van de Stichting Studiefinanciering Curaçao tegen een voormalige student, [geïntimeerde], die een studielening van ANG 22.112,51 heeft ontvangen. De lening werd verstrekt op 4 mei 2005 en werd opeisbaar na het voltooien van de studie. De Stichting heeft [geïntimeerde] meermalen aangemaand tot terugbetaling, maar betaling is uitgebleven. De Stichting heeft in hoger beroep een vonnis van de kantonrechter aangevochten, waarin een bedrag aan de Stichting werd toegewezen, maar de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen op grond van de Wet op het Consumentenkrediet (WCK). Het hof oordeelt dat de WCK niet van toepassing is, aangezien het recht van Curaçao van toepassing is. Het hof matigt de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten tot € 833,00, omdat deze in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar hoog zijn. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van de Stichting toe, inclusief de hoofdsom en de contractuele rente. Tevens wordt [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.