Uitspraak
GEMEENTE BEVERWIJK,
STICHTING [X],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van de gemeente Beverwijk tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De gemeente heeft in hoger beroep gevorderd de wijziging van een erfdienstbaarheid, die rust op een perceel dat voorheen kadastraal was aangeduid als Gemeente Beverwijk. Het hof heeft eerder op 29 april 2014 een tussenarrest gewezen en heeft partijen opgeroepen voor een comparitie van partijen ter plaatse op 2 september 2014. Tijdens deze comparitie heeft de gemeente een van haar grieven ingetrokken en is er overeenstemming bereikt over de plannen voor een restaurant op het servituutgebied.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gemeente geen belang meer heeft bij de wijziging van de erfdienstbaarheid, omdat de stichting toestemming heeft gegeven voor de aanleg van het restaurant. De vordering tot wijziging van de erfdienstbaarheid is afgewezen, omdat de gemeente niet voldoende concrete stellingen heeft aangevoerd die nopen tot het oordeel dat de erfdienstbaarheid moet worden opgeheven. De stichting heeft in incidenteel appel betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de erfdienstbaarheid op een kleiner deel van het perceel rust dan zij meent. Het hof heeft deze grief gegrond verklaard en het bestreden vonnis van de rechtbank vernietigd, waarbij het hof heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid rust op een groter deel van het perceel dan eerder was vastgesteld.
De beslissing van het hof houdt in dat de vorderingen van de gemeente worden afgewezen en dat het bestreden vonnis voor het overige wordt bekrachtigd. De gemeente wordt veroordeeld in de kosten van zowel het principaal als het incidenteel appel. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer van het hof en is openbaar uitgesproken op 4 augustus 2015.