In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van de appellant tot de schuldsaneringsregeling. De appellant, wonende te Sint-Pancras, had eerder een verzoek tot schuldsanering ingediend bij de rechtbank Noord-Holland, welke was afgewezen op 11 juni 2015. De appellant heeft op 19 juni 2015 hoger beroep ingesteld, maar dit werd ingediend per e-mail, wat niet conform het procesreglement was. Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellant ontvankelijk is in zijn beroep, ondanks de onregelmatigheid in de indiening, omdat er voldoende aanleiding was om te geloven dat hij pogingen had ondernomen om het beroepschrift op de juiste wijze in te dienen.
De appellant heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij in financiële problemen is geraakt door een posttraumatische-stressstoornis (PTSS) en chronische depressies, en dat hij sinds april 2015 abstinent is van alcohol. Hij heeft hulp gezocht voor zijn verslaving en psychische problemen, maar het hof oordeelt dat zijn situatie nog niet voldoende is gestabiliseerd om hem toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. Het hof benadrukt dat, hoewel een handicap of verslaving op zichzelf geen reden is voor afwijzing, er wel voldoende zekerheid moet zijn dat de appellant zijn verplichtingen uit de schuldsanering kan nakomen.
Het hof concludeert dat de appellant onvoldoende inzicht heeft in zijn schuldenlast en dat zijn huidige behandelingsplan niet voldoende is om aan te tonen dat hij in staat is om de verplichtingen van de schuldsanering na te komen. Daarom wordt het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en wordt de appellant niet toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Het hof adviseert de appellant om verdere stappen te ondernemen in zijn behandeling en stabilisatie voordat hij opnieuw een verzoek indient.