Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
C/14/135155 / HA ZA 12-57 (Noord-Holland)
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
1.[geïntimeerde sub 1] ,
2.[geïntimeerde sub 2] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
Hoofdregel is dat door het hoger beroep tegen een einduitspraak de gehele zaak, zoals deze voor de eerste rechter diende, naar de appelrechter wordt overgebracht ter beslissing door deze en dat de appelrechter zich niet deels aan deze hem opgedragen taak mag onttrekken door een gedeelte van de beslissing van het aan zijn oordeel onderworpene over te laten aan de rechter die zijn oordeel over de zaak reeds heeft gegeven. Aan deze regel dient steeds toepassing te worden gegeven, behoudens in een aantal specifieke door de Hoge Raad genoemde situaties, namelijk die waarin de appelrechter een uitspraak van de rechter in eerste aanleg vernietigt waarbij deze zich onbevoegd heeft verklaard van het geschil kennis te nemen, hetzij wegens ontbreken van rechtsmacht van de Nederlandse rechter, hetzij op grond van het bepaalde in art. 1022 lid 1 Rv, hetzij uit hoofde van het onderwerp van het geschil. Met deze gevallen kan gelijk worden gesteld een geval waarin de rechter in eerste aanleg op louter processuele gronden ten onrechte niet aan een inhoudelijke behandeling van de zaak tussen de betrokken partijen is toegekomen (HR 7 mei 1993, NJ 1993, 655 en HR 17 januari 2014, NJ 2015, 68). De genoemde uitzonderingsgevallen doen zich niet voor en de situatie in dit geval is daarmee ook niet vergelijkbaar, zodat het hof blijft bij zijn beslissingen in het tussenarrest.