Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Deze bankgarantie is gesteld onder de opschortende voorwaarde dat een bedrag van € 56.700,00 (…) door of namens de crediteur (hof: Rollecate) is gestort bij de bank (…)”
Vereisten voor een beroep op de bankgarantie
3.Beoordeling
conform onderstaand schema” gaat niet op omdat uit deze bewoordingen niet volgt dat indien een eerdere betaling niet tijdig is gestort, een volgende tijdige betaling nooit meer tot een verhoging van de bankgarantie kan leiden. Indien een dergelijk (verstrekkend) gevolg was beoogd had dit duidelijk met zoveel woorden in de bankgarantie moeten zijn vermeld. Dat Rollecate bij haar betalingen steeds het factuurnummer van Polux heeft vermeld corresponderend met de termijn die zij beoogde te betalen (en niet met de volgende termijn) maakt, anders dan Rabobank heeft verdedigd, niet dat betalingen niet aan een volgende termijn kunnen worden toegerekend. In de tekst van de tweede bankgarantie wordt niet naar facturen of factuurnummers verwezen. In dat verband is het uitgangspunt van een abstracte bankgarantie dat geabstraheerd wordt van de onderliggende rechtsverhouding tussen Rollecate en Polux en derhalve ook van facturen of factuurnummers, tenzij opgenomen in de bankgarantie zelf. Dat laatste is niet het geval. Uit de (strikt te lezen) bewoordingen van de tweede bankgarantie volgt dat een volgens het schema tijdige betaling leidt tot een verhoging van het bedrag van de bankgarantie.