ECLI:NL:GHAMS:2017:526
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geschil over de betaling van een aannemingsovereenkomst voor de verbouwing van een slagerswinkel
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [X], de eigenaar van een slagerswinkel, en de vennootschap onder firma AMD Bouw en Vastgoed over de betaling van een aannemingsovereenkomst voor de verbouwing van de slagerswinkel. [X] is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin AMD werd toegewezen in haar vordering tot betaling van een restantbedrag van € 6.488,79. Het hof heeft de feiten vastgesteld, waarbij [X] heeft betwist dat hij nog een bedrag van € 6.488,79 verschuldigd is aan AMD. Hij heeft aangevoerd dat hij in totaal € 26.900,- per bank heeft betaald, en daarnaast contante betalingen heeft gedaan die de factuur van AMD dekken. AMD heeft in incidenteel appel gesteld dat er nog een bedrag van € 5.602,40 verschuldigd is, maar het hof oordeelt dat AMD haar stellingen onvoldoende heeft onderbouwd. Het hof heeft vastgesteld dat de vorderingen van AMD moeten worden afgewezen, en dat AMD als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld. Tevens heeft het hof een verklaring voor recht gegeven dat AMD, voor zover [X] schade heeft geleden door executiemaatregelen, deze schade aan [X] dient te vergoeden.