In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van een beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. Het beroep was ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, dat eerder op 25 september 2017 was geweigerd. Het beroepschrift was op 3 oktober 2017 per e-mail ingediend, maar het hof oordeelde dat dit niet tijdig was, omdat de indiening per e-mail niet was toegestaan volgens het procesreglement. De beroepstermijn van acht dagen, zoals voorgeschreven in de Faillissementswet, was overschreden. Het hof benadrukte dat de rechtszekerheid vereist dat de beroepstermijn strikt wordt gehandhaafd, en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was, ook niet vanwege een mogelijke fout van de advocaat of het hof. De advocaat van [appellant], mr. E. van Meulen, was bekend met de regels en had de termijnoverschrijding niet kunnen verantwoorden. Het hof verklaarde [appellant] niet-ontvankelijk in zijn beroep, waardoor er geen inhoudelijke behandeling van de zaak plaatsvond.