ECLI:NL:GHAMS:2019:288
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Incidenteel verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een beschikking inzake huurprijsvaststelling met benoeming van deskundige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 februari 2019 uitspraak gedaan in een incidenteel verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een beschikking van de kantonrechter. De appellant, die in hoger beroep is gekomen, verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van de beschikking waarin een deskundige was benoemd voor de nadere huurprijsvaststelling van een winkelruimte. De kantonrechter had op 31 oktober 2018 de makelaar Wagenhof Bedrijfsmakelaars benoemd als deskundige, maar de appellant betwistte de onpartijdigheid van deze deskundige vanwege nauwe banden met de geïntimeerde, Trottoir Participaties B.V.
Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een klaarblijkelijke misslag of misbruik van bevoegdheid en dat de appellant onvoldoende had onderbouwd dat de tenuitvoerlegging van de beschikking een noodtoestand zou veroorzaken. Het hof benadrukte dat de bezwaren van de appellant tegen de benoeming van de deskundige in de hoofdzaak aan de orde zouden komen en dat de huidige deskundige zijn werk zou kunnen voortzetten totdat er een eindbeschikking in de hoofdzaak zou zijn gegeven. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot de eindbeschikking in de hoofdzaak.
De uitspraak van het hof bevestigde dat het verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging werd afgewezen, en dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden met een mondelinge behandeling.