Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
In hoger beroep gevoerde verweren
Beroep op putatief noodweer
Oplegging van straffen
Verbeurdverklaring
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Angola in 1974, was in eerste aanleg veroordeeld voor bedreiging en mishandeling van zijn pleegmoeder. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, dat op 9 maart 2018 was uitgesproken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 1 februari 2019 heeft de raadsman van de verdachte vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte geen opzet had op de mishandeling vanwege een geestelijke stoornis. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte, ondanks zijn geestelijke toestand, zich bewust was van de gevolgen van zijn handelen en dat hij de aanmerkelijke kans op letsel voor zijn pleegmoeder heeft aanvaard. Het hof verwierp ook het beroep op putatief noodweer, omdat het gebruik van middelen zoals cocaïne een rol heeft gespeeld in de psychotische beleving van de verdachte. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 74 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk. Het hof heeft de straf in hoger beroep verlaagd tot 4 weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest, en heeft het in beslag genomen mes verbeurd verklaard. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige, met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak.