Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
.De behandeling van het bezwaar is aangehouden tot 1 maart 2016 om eiseres in de gelegenheid te stellen om achteraf een nieuw Form A te overleggen. Bij e-mail van 13 april 2016 laat eiseres aan verweerder weten dat zij er niet in geslaagd is om een vervangend Form A uit Colombia te verkrijgen. Tijdens het hoorgesprek op 29 juni 2016 is aan eiseres nogmaals de gelegenheid gegeven om achteraf een nieuw certificaat te verkrijgen. Bij e-mail van 15 februari 2017 heeft eiseres aan verweerder bericht dat zij de hoop heeft opgegeven dat er een vervangend certificaat komt.”
3.Geschil in hoger beroep
5.Beoordeling van het geschil
redenen hebben te twijfelenaan (1) de echtheid van deze documenten, (2) de oorsprong van de betrokken producten of (3) de naleving van de andere voorwaarden van afdeling 1bis TCDW. In casu heeft de inspecteur vastgesteld dat de handtekening van de exporteur ontbreekt in vak 12. Dit ‘technische’ gebrek kan de inspecteur door eigen waarneming vaststellen, zodat hieromtrent geen twijfel kan bestaan en derhalve geen aanleiding bestaat - laat staan een verplichting - om een verzoek tot controle achteraf in te dienen bij de Colombiaanse autoriteiten. Hieruit volgt dat ook de primaire stelling van belanghebbende faalt.
ten genoegen van de bevoegde overheidsinstanties wordt aangetoond dat het certificaat van oorsprong, formulier A, is afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard” (vgl. artikel 97 terdecies, lid 2, aanhef en onder b, TCDW). Om belanghebbende (althans haar Colombiaanse exporteur) in staat te stellen om ten genoegen van de Colombiaanse autoriteiten aan te tonen dat het onderwerpelijke Form A bij invoer in Nederland om technische redenen niet is aanvaard, heeft de inspecteur - alvorens het Form A aan belanghebbende terug te geven - in vak 4 (“For official use”) vermeld: “
Refused. No signature in box 12.”. Tevens is in vak 4 de handtekening van de desbetreffende ambtenaar geplaatst en een afdruk van een metalen slagstempel van de Nederlandse douane. Anders dan belanghebbende heeft betoogd is de inspecteur hiertoe bevoegd. Vak 4 is bestemd voor officiële communicatie tussen de autoriteiten van het land van afgifte en de autoriteiten van het land van bestemming. De in Nederland voor de uitvoering van de douanewetgeving bevoegde autoriteit is de inspecteur. Het lijdt daarom geen twijfel dat de inspecteur bevoegd is om in vak 4 van een Form A een aantekening te plaatsen die bestemd is voor de Colombiaanse autoriteiten. Het meer subsidiaire standpunt van belanghebbende dient reeds daarom te worden verworpen.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.