Uitspraak
mr. H.P. Plas, kantoorhoudende te Utrecht,
2 [A] ,
mr. G.C. Berkhout, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
is sprake van twee van elkaar te onderscheiden activiteiten, namelijk de vermeerdering van aardbeiplanten en de veredeling van aardbeienplanten. Deze twee soorten activiteiten hebben ieder een duidelijk van elkaar te onderscheiden verdienmodel, terugverdienperiode en risicoprofiel. Het handhaven van beide activiteiten vanuit hetzelfde concern leidt in toenemende mate tot spanning in de relatie tot andere marktpartijen. Zo voelen partijen die zich met vermeerdering bezighouden zich in toenemende mate oncomfortabel erbij licenties af te nemen van het ten opzichte van hen voor wat betreft de vermeerderingsactiviteiten concurrerende[Flevoplant Holding].
Het omgekeerde is ook waar. Bedrijven die zich met veredeling bezighouden, voelen zich oncomfortabel erbij licenties uit te geven aan[Flevoplant Holding],
die zich in hun optiek voor wat betreft de vermeerdering en het vermarkten onvoldoende richt op hun ras. (…)”
vindt dit nu nog te vroeg, mocht het moment daar zijn, zijn deze bedrijven de eerste die een licentie verdienen.”
geeft aan dat naast de agendapunten, er natuurlijk een grotere overkoepelende discussie speelt. Hoe gaan we verder met het besturen van de onderneming? Het loopt op dit moment totaal niet. (…)
: voor mij komt het neer op de werkbare bestuursvorm. De enige manier om de onderneming te besturen is volgens het opgestelde directie reglement, waarbij bestuurders met een tegenstrijdig belang niet mee mogen stemmen met beslissingen waarin het belang tegenstrijdig is.
: de aangevoerde punten onder het directiereglement zijn een bedachte manier om mij buitenspel te zetten.
: het is toch enorm spijtig dat een onderneming als Flevo Berry met zoveel potentieel, volledig stil staat in de ontwikkeling.
: Ik sta al jaren stil en dat komt doordat er voorrang gegeven is aan investeringen in andere bedrijven.
: ik snap niet wat je bedoelt.
: Volgens mij gaat dit over de enorme financiële discussies van de afgelopen 2 jaar.
– denk dat het goed is om een nieuwe locatie te zoeken. In plaats van investeren in huidige locatie. (…)
: Er is een goed fundament nodig voor zulke grote stappen, dat is er nu niet.
: bestuurders mogen niet deelnemen aan beraadslaging en besluitvorming als deze een persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met dat Flevo Berry. Dit is volgens[ [B] ]
in agendapunt 6 het geval want Flevoplant is ook licentiehouder.
: notuleer dat[ [A] ]
zijn middelvinger naar mij opsteekt en dat ik daar niet van gediend ben.
ik ben emotioneel en word hier onnodig buitenspel gezet. Ik snap niet waarom mijn belang hierin tegenstrijdig is.
Enorm pijnlijk om te zien wat er hier aan tafel gebeurt. Doet me echt wat.
verlaat de vergadering.
: ik heb constructief geprobeerd om de voorschot structuur met Flevoplant rond te maken, maar zonder resultaat. Er was beloofd een reactie te sturen op ons laatste voorstel, maar dit komt niet. Na opvolging nog steeds niet. Dat maakt me zorgen. Het komt over als of er alle redenen worden gezocht om niet te betalen.(…)
: wij kunnen het ons niet permitteren rassen te maken zonder daarvoor betaald te krijgen maar laten we deze week even afwachten of er betaald wordt voor we incasso in gang zetten.”
3.De inhoud van het verslag
4.De gronden van de beslissing
licentieverlening aan derden
PBM-faciliteit
Dus tot de zaken genormaliseerd zijn maar even niet”. De Ondernemingskamer stelt met de onderzoeker vast dat [A] als aandeelhouder van Flevoplant, ter zake van de beslissing over een investering in een door Flevo Berry te realiseren faciliteit voor PBM op 30 maart 2009 een persoonlijk belang had dat strijdig was met het belang van Flevo Berry. Desondanks is hij op 30 maart 2009 als indirect bestuurder van Flevo Berry bij de beraadslaging en besluitvorming daarover betrokken geweest en heeft hij die investering in feite geblokkeerd. Ook hier is de klacht van Sunberry terecht.
Rabo-offerte
voortduren impasse tegenstrijdig belang
onzorgvuldige (financiële) bedrijfsvoering
risicospreiding
risicomanagement
debiteurenbeleid en teeltondersteuning
geengegronde reden vormde. Hetzelfde geldt voor de klachten van verzoekster over de teeltondersteuning (of het gebrek daaraan) door Flevo Support. Deze onderwerpen moeten daarom als een beperking op de onderzoeksopdracht worden beschouwd. Dat de onderzoeker wel aandacht aan deze onderwerpen heeft besteed, maakt niet dat deze desondanks aan een wanbeleidsoordeel ten grondslag kunnen worden gelegd. De verzoeken van Sunberry voor zover op deze onderwerpen betrekking hebbend kunnen daarom geen doel treffen.
nalaten [A] als indirect bestuurder
corporate opportunitiesontnomen, aldus steeds Sunberry.
corporate opportunitiesis tot slot evenmin ten grondslag gelegd aan de beslissing een onderzoek te gelasten; de onderzoeker heeft dat ook niet als zodanig aan de orde gesteld. Dit een en ander brengt mee dat de onder 4.41 genoemde verwijten niet kunnen leiden tot het oordeel dat gebleken is van wanbeleid bij Flevo Berry.
schending informatieplichten door [A]
schending bevoegdheidsregels organen